Bedrijvig

Hans Stoutjesdijk (Stoutjesdijk Bouw):

‘Van alle sporten word ik van fietsen het gelukkigst’

Lees meer

Een enthousiast sporter is hij zeker. Toch deed Hans Stoutjesdijk op dat vlak negen jaar lang aan ‘geheelonthouding’. Aanvankelijk is dat geen probleem. “Als timmerman had ik toch wel mijn dagelijkse workout.” Maar met de groei van zijn bedrijf verdwijnt hij steeds meer achter de computer en ervaart hij regelmatig veel stress. Twee cruciale stappen brengen hem op het juiste spoor: weer sporten en een projectleider aannemen.

TEKST BARRY HAGE • BEELD SD SPORT

Hans, geboren en getogen in Zierikzee, groeit op in een doorsnee gezin met vader, moeder en een zus. Iedereen sport. Zus Nicole korfbalt net als haar ouders bij het inmiddels verdwenen All Ready. Als tiener speelt Hans als rappe rechtsbuiten bij v.v. Mevo. Er komt een tweede sport bij als broer en zus via een sportdag kennismaken met atletiek. “Mijn vader is dat toen ook gaan doen. Laatst had ik het er met mijn vader nog over of zijn Zeeuws sprintrecord nog stond bij de veteranen, maar die was gesneuveld.”

Ook de jonge Hans laat zich niet onbetuigd en onderscheid zich bij het sprinten en het hoog- en verspringen. Het Zeeuws pupillenrecord hoogspringen, daterend uit 1995, staat nog steeds op zijn naam. “Dat is 1 meter en 50 cm. Ik was in die tijd zo lang dus ik sprong dus over mijn lengte heen. Mijn record op de 60 meter sprint is volgens mij een paar jaar terug wel verbroken.” Door de vele succeservaringen in de atletiek stopt hij als junior met voetbal. “Als ik een bal verkeerd speelde, kon je commentaar krijgen, terwijl ik met atletiek steeds succes had en met medailles thuiskwam.”


Wielrennen

Als op puberleeftijd zijn atletiekgroepje uiteenvalt – “Drinken en achter de meiden aan” – kiest hij voor wielrennen. Ook dat doet hij niet op halve kracht. Hij wordt amateurrenner bij de Zeeuwse Ren- en Tourclub Theo Middelkamp – een stal van waaruit Jan Raas en Cees Priem voortkwamen. “Was ik als timmerman om halfvijf klaar, nam ik boterhammen mee en ging ik fietsen tot negen uur ’s avonds. En dan de volgende dag weer werken. Ik was toen twintig jaar.”

Zodra hij voor zichzelf begint, wordt de racefiets resoluut aan de kant gezet. “Van 2009 tot en met 2018 was ik alleen maar met werk bezig.”

“Ook mijn vrouw zag dat ik energieloos
werd en zei:

ga weer sporten!

Groei bedrijf

Hoewel hij aanvankelijk niet de intentie had een eigen bouwbedrijf te beginnen, komt het er toch van. “De eerste jaren waren we met zes man en timmerde ik zelf mee. Maar ik maakte ook offertes, deed de werkvoorbereiding… Ik deed alles half-half, maar niets ging echt efficiënt. Ik was vaak tot ’s nachts aan het werk. Dat werd veel te stressvol! Na drie jaar zwoegen dacht ik: de pijp is leeg.”

Een cruciaal besluit is het aannemen van een projectleider. “Alles was daarna beter geregeld en ik had minder stress. Diegene ik op dit moment op die positie heb, werkt en handelt precies zoals ik het ook zou doen. Hij trekt verantwoordelijkheid naar zich toe en dat neemt druk bij mij weg. Als ik nu drie weken op vakantie zou willen, ga ik zorgeloos weg.”


Sport

Een andere cruciale zet is het weer hervatten van zijn sportleven. “Als timmerman beweeg je genoeg, maar ik belandde steeds meer achter mijn computer. Ook mijn vrouw zag dat ik energieloos werd en zei: ga weer sporten!”

Hans schrijft zich als eerste doel in voor een tienkilometerloop. “Vijf kilometer deed ik bewust niet, want dat kun je ook op karakter halen. Voor de ‘tien’ moet je wel even trainen.” De smaak kreeg hij pas echt te pakken toen Hans ging trainen voor triatlons. De succeservaringen van vroeger keren terug en het gaat steeds beter en makkelijker. Inmiddels heeft hij meerdere triatlons gedaan. De laatste was 11 juli met een Olympische afstand (1,5 km zwemmen, 40 km fietsen en 10 km lopen). “Dat was als voorbereiding op

1 augustus, want dan doe ik mee aan de halve Iron Man in Maastricht. Ook Brouwersdam 90 is 25 september weer een doel.”


“Ik ben geen bijzonder goede triatleet, maar persoonlijke progressie triggert om door te gaan. Ik ben geen ervaren zwemmer, maar door adviezen van een specialist merk ik dat ik beter word. Ik vind het mooi dat het zo’n technische sport is. Het oogt makkelijk, maar het is supermoeilijk om het goed te kunnen. Hoe plaats je je handen en verplaats je het water? Ik ben ervan overtuigd dat het gros van de zwemmers veel nutteloze energie verspeelt. Ik kan er waarschijnlijk ook geen bal van...” Van de drie triatlononderdelen heeft hij een duidelijke voorkeur: “Van wielrennen word ik verreweg het gelukkigst.”


Balans

Is zijn vrouw Janine met al die uren aan loop-, fiets- en zwemtrainingen nog wel blij dat ze hem jaren terug stimuleerde te gaan sporten? “Ik moet ervoor waken niet door te slaan. Zeker de periode voorafgaand aan een wedstrijd is pittig. Dan train ik vijf keer per week. Ik plan sport rond mijn werk en privé. Ik train vaak als de kinderen – ze zijn 3 en 5 jaar – op bed liggen. Hardlopen is met een uur gedaan en kan ook om 22.00 uur. Zwemmen valt ook mee. In fietsen zit de meeste tijd. Dat beperk ik tot drie uurtjes in het weekend.”

Makkelijk is dat hij ’s avonds ook thuis even een uurtje op de fietstrainer kan stappen. “Ik heb een Tacx. Soms moet ik qua trainingsschema juist daarop trainen. Dan moet ik bijvoorbeeld gedurende periodes bepaalde wattages trappen. Buiten is dat lastig, want dan ben je afhankelijk van het weer, het stoplicht et cetera.”


Uitdaging

Bijzondere sportuitdagingen gaat Hans niet uit de weg. Als hij een oud-klas- én teamgenoot bij Middelkamp ontmoet, spreken ze af met de trein naar Den Helder (“Dat is lekker ver weg in Nederland”) te gaan en dan terug te fietsen. “Een dag vooraf kreeg hij migraine en ging het niet door. Maar ik had die dag vrij genomen en heb alsnog een tocht gemaakt.” Hij rijdt met de auto naar Goes en fietst van daaruit via Den Bosch en Nijmegen naar Doetinchem. Na tien uur en 300 kilometer vindt hij het genoeg en keert met de trein terug. “Zo’n afstand had ik nooit eerder gefietst. Wel ben ik bijvoorbeeld weleens met de fiets naar Valkenswaard gegaan, terwijl het gezin er met de auto naartoe reed.”


Het fietsen pakte hij na vele jaren dus weer vrij makkelijk op. “Ik denk dat er een soort spiergeheugen is ofzo. Toen ik mijn triatlonfiets bij een bedrijf liet afstellen, zei die man meteen dat ik vroeger waarschijnlijk veel gefietst had. Hij kon dat zien. Het is een bepaalde souplesse, denk ik. Welke versnelling pak je? Hoeveel omwentelingen maak je? Efficiënt met je krachten omgaan leerde ik door al die jaren te fietsen.”

“Om goed te kunnen presteren, moeten de posities goed bezet zijn

Groei

Het uitkijken om niet continu in volle vaart door te blijven gaan, moet Hans ook als bouwondernemer. “We hebben een periode er de rem opgezet en geen nieuwe opdrachten aangenomen. Anders zou het namelijk ten koste kunnen gaan van de kwaliteit. De druk en stress liep ook te veel op. Als ik door Albert Heijn loop, wil ik iedereen aan kunnen kijken en niet denken o, shit die wacht nog op mij en die moet nog een offerte ontvangen…”


Met de komst van vijf medewerkers in het laatste jaar, bestaat het team van Stoutjesdijk Bouw inmiddels uit veertien personen. Dat zijn voornamelijk timmerlieden, die als allrounders ook kleiner metsel- en stucwerk kunnen doen. Verder is er een projectleider en uitvoerder. Hans vergelijkt zijn onderneming met een voetbalteam. “Om goed te kunnen presteren, moeten de posities goed bezet zijn. De ene timmerman is bijvoorbeeld meer op nieuwbouw gericht, de andere op renovatie of monumentaal timmerwerk. Als ik bij een klant ben, heb ik in mijn achterhoofd al voor wie de klus wat zou kunnen zijn.”


Om de metafoor met het voetbal door te trekken, als wat voor soort coach ziet Hans zich? “Bij mij is niemand een nummer. Niemand is meer of minder dan een ander. Ik ben wel eindverantwoordelijk en loop daar niet voor weg. Maar als ik iets fout gecalculeerd heb ofzo en iedereen heeft daar last van, mogen ze mij daarop aanspreken. Maar ja, het is best lastig tegen je werkgever te zeggen sukkel, dat heb je niet goed gedaan.”


Teambuilding

Bij een team hoort ook teambuilding. “Daar heb ik zeker aandacht voor. Het gaat hier soms ook hard tegen hard en uitjes helpen elkaar op een andere manier beter te leren kennen. Een wedstrijd van het Nederlands elftal, karten, paintballen,… Ook met de gezinnen doen we dingen. Als iemand hier extra uren maakt, heeft dat invloed op het privé.” Bijzonder was de rondleiding bij de Efteling met uitleg over de bouw van nieuwe attracties. “Erg interessant was hoe ze zorgen dat bezoekers geen last hebben van de bouw. Ik vind ook dat je niet alleen op de klant moet focussen, maar ook zorgt dat diens omgeving minimaal last van de bouw heeft. Zet je bus bijvoorbeeld niet op een stoep, maar parkeer gewoon.”

Deel dit artikel: