Natuurlijk
Volop media-aandacht was er voor het NK Tegenwindfietsen op de Oosterscheldekering. In alle anonimiteit fietsen Manouk, Tobias, Mats, Amy, Joëlle, Rob, Bart en Wouter vanuit de Westhoek naar hun middelbare school Pontes in Zierikzee.
Stille zwoegers
Volop media-aandacht was er voor het NK Tegenwindfietsen op de Oosterscheldekering. In alle anonimiteit fietsen Manouk (inzetfoto), Tobias, Mats, Amy, Joëlle, Rob, Bart en Wouter vanuit de Westhoek naar hun middelbare school Pontes in Zierikzee.
Manouk Hanse (12 jaar): “We fietsen dagelijks 15 tot 20 km, heen en terug. Sommigen gaan wel eens met de auto, maar de meesten proberen zoveel mogelijk te fietsen. Ik vind het fijn buiten te zijn. De zonsopgang is mooi. Onderweg zie ik in de winter veel vogels en in de zomer koeien.”
Iedereen heeft een e-bike, behalve de broers Bart en Rob Kastelein. Manouk: “Die fietsen hun hele leven al. Ze doen aan mountainbiken.” En met succes ook! Beide broers werden al eens Nederlands MTB-kampioen. Vorig jaar moesten ze genoegen nemen met een 2e en 3e plek.
Gemiddeld fietst de groep zo’n 25 tot 27 km per uur. “Die fietsen snel!”, liet de fotograaf weten. Manouk: “Als ik harder ga, dan komt het boven de kracht van mijn accu uit. Dan wordt het zwaar trappen.” Soms wisselen ze onderling voor de gein van fiets. “Ik ben al een paar keer op de mountainbike van Rob gegaan. Geen probleem, behalve bij tegenwind,” zegt
Manouk. Als de groep de hele winter gefietst heeft, worden ze beloond door hun ouders. “Op de dag dat de lente begint, gaan we met de fietsgroep uit eten.”
Cijfer
Elke editie bespreekt Sport Zeeland in SD SPORT een cijfer. Sommige nummers in de sport roepen direct tot de verbeelding, zoals nummer 14. Maar wat heeft Dennis Plantinga (Jeugdfonds Sport en Cultuur Zeeland) met nummer 130?
De glimlach van nummer 130
Sommige nummers in de sport roepen direct tot de verbeelding. Als we nummer 14, 23 of 33 noemen dan heeft u als sportliefhebber natuurlijk direct een beeld van een fluwelen voet, fraaie dunks of een ronkende racewagen... Andere nummers hebben een andere connectie. Nummer 12 bent u misschien wel zelf? Want wist u dat bij de meeste professionele voetbalverenigingen het rugnummer 12 niet vergeven wordt? Dat is het symbolische rugnummer voor de supporters.
Ten slotte hebben we nog nummers waarvan je niet direct de relatie met sport denkt te vinden, zoals 130. Toch is dat nummer zeer toepasselijk voor de Schouwse sport! Vorig jaar werden er namelijk door het Jeugdfonds Sport en Cultuur Zeeland (voorheen Jeugdsportfonds) 130 sportkansen geboden aan Schouwse kinderen. Dat betekent bijna een gros aan kinderen die week in week met veel plezier deelnemen aan de sport van hun keuze. Op dat moment is het niet belangrijk dat er thuis niet zoveel geld is. Op dat moment kunnen de problemen van thuis even vergeten worden. Want juist dan, op het veld of in de zaal, tussen al die vriendjes en vriendinnetjes, is iedereen gelijk. Iedereen doet zijn uiterste best en heeft plezier.
Ieder kind moet kunnen sporten. Dat is ons motto. Want sport verbindt, is goed voor de beweging en van samen winnen en verliezen wordt je sterk. Met elkaar de spullen klaarzetten en opruimen, ook dat is sport! Daarom zijn wij als Jeugdfonds Sport en Cultuur Zeeland er trots op om in Zeeland bijna 3.000 kinderen jaarlijks een sport (of cultuur) kans te bieden. Dat zijn dus zeker niet alleen kinderen in de steden. Ook op Schouwen-Duiveland ontvingen vorig jaar 130 kinderen een sportkans. Van Burgh-Haamstede tot Renesse. En dit jaar zijn we dat aantal al voorbij en betalen we zelfs voor meer kinderen de sportcontributie en in bepaalde gevallen (een deel van) de kleding.
We doen dat omdat we het belangrijk vinden. Want wat is er mooier dan de glimlach van een kind die even de sores van thuis kan vergeten en vol trots vertelt over een nieuw aangeleerde techniek of het behaalde diploma! Dat zijn de momenten waar wij het voor doen. En die 130 kinderen die vol passie deel nemen aan hun sport? Misschien zit daar wel de nieuwe Johan Cruijff, Michael Jordan of Max Verstappen tussen. En worden zij later beroemd om hun eigen nummer.
Dennis Plantinga
Jeugdfonds Sport en Cultuur Zeeland
Lijf & leed
Lennen Jonker is fysio-manueeltherapeut bij Fysant in Zierikzee. Hij behandelt blessures en helpt mensen revalideren. Toen hij zijn achillespees afscheurde, moest hij echter zelf zo'n traject in.
Medische hulpverlener zelf in de lappenmand
Iedere sporter krijgt er mee te maken: blessures. Enkelverzwikkingen, knie-, vinger- en schouderklachten komen het vaakst voor bij volleyballers. Elk jaar lopen volleyballers in totaal zo’n 170.000 blessures op. Iets minder dan de helft hiervan wordt behandeld door een medische specialist. Minder dan 0,5 procent leidt tot ziekenhuisopname.
Gelukkig zijn er veel blessures waarbij je snel je sportactiviteiten weer kunt hervatten. Maar er zijn ook blessures die niet vanzelf herstellen en waar meer tijd in gaat zitten. Op 1 december speelden we tegen de nummer drie en stonden 2-0 voor in sets. In de derde set verliep het voor mij helaas minder succesvol. Ik zette aan en het leek alsof een teamgenoot achterop m’n hiel sprong. Dat was niet zo. Achteraf bleek dat ik mijn rechterachillespees had afgescheurd. Ik had dat toen nog niet door. Ik werd letterlijk op het verkeerde been gezet, omdat ik bijna geen pijnklachten had en mijn voet nog kon bewegen.
De huisarts bij de HAP twijfelde of de achillespees volledig was afgescheurd. Bij de afdeling spoedeisende hulp in het ADRZ in Goes werd ik door meerdere specialisten onderzocht. Conclusie: achillespees afgescheurd. Ik hoorde bij die 0,5% van alle volleybalblessures...
Ik had de keuze: gelijk in het gips waardoor de uiteinden weer aan elkaar groeien of een operatie waarbij de uiteinden aan elkaar gehecht worden, gevolgd met een periode van gips. Bij relatief jonge mensen wordt meestal een operatie uitgevoerd vanwege een kleinere kans op een recidief. Bovendien heb ik als fysio-manueeltherapeut een betere ervaring met een operatieve behandeling, waardoor ik voor deze behandeling heb gekozen.
Nu was ikzelf diegene die geopereerd moest worden en een lange tijd moet gaan revalideren. Behalve dat zo’n operatie heel wat ellende met zich meebrengt – zoals verplicht met je been omhoog, Netflix-series kijken en een lange tijd niet kunnen sporten – heeft het ook positieve kanten. Ik vond het als hulpverlener interessant om nu zelf te ervaren hoe het is om geopereerd te worden en te revalideren. Voor mijn inlevingsvermogen richting cliënten is het goed. Zo dacht ik: ‘Wat stelt zes weken lopen met krukken nou voor?’ Nu denk ik wel anders. Ik ervaar dat mijn zelfstandigheid ineens minimaal is. Gelukkig heb ik via een collega een scootmobiel in bruikleen en heb ik een lieve vrouw die de taak als mantelzorger erg serieus neemt.
Inmiddels is de operatie nu twee weken geleden en mag ik rustig belasten met een soort skischoen. Volleybal zit er helaas dit seizoen niet meer in. Ook mijn werkzaamheden bij Fysant staan nu even op een laag pitje. Ik hoop in januari weer, met een ervaring rijker, te kunnen starten!
Lennen Jonker
Fysio-manueeltherapeut Fysant, Zierikzee