Natuurlijk
Op Schouwen-Duiveland is de prachtige natuur nooit ver weg. Maar in ons gefiets, gehardloop en gedraaf gaan we er soms achteloos aan voorbij. Onno Meinen, eigenaar van beachclub Natural High, uit Renesse niet.
Ondergaande zon
Opgegroeid in Zwijndrecht leerde Onno Meinen als windsurfende tiener de prachtige omgeving van de Brouwersdam kennen. Toen hij als student vrijetijdsmanagement als studieopdracht een kiteschool opzette, was de locatie dan ook snel gevonden. “Mijn studiemaatje en ik begonnen in 2003 vanuit een zeecontainer met de kiteschool.”
Inmiddels bestaat Natural High aan de Brouwersdam uit een beachclub, surfshop en een ‘activiteitentak’ met onder andere een surf- en kiteschool. Onno was ruim tien jaar dagelijks op de werkvloer. Nu managet hij meer op hoofdlijnen. “De organisatie is enorm gegroeid. Dan kan niet meer anders.”
Na de drukke zomerperiode heeft hij nu weer voldoende tijd het water in te gaan. “Dat doe ik zoveel mogelijk. Ik ben gisteren geweest en ga dadelijk weer. En straks in de winter ga ik naar Ierland. Als het flink waait, ga ik kiten en anders surfen. Met de passie die ik voor water heb, snap ik niet waarom sommige mensen uit deze omgeving wegtrekken. Als je hier bent opgegroeid, dan moet je de liefde voor het water toch meekrijgen? Met zonsondergang de zon tegemoet varen… dat is elke keer weer fantastisch!”
Cijfer
Elke editie bespreekt Sport Zeeland in SD SPORT een cijfer. Patrick Vader trapt af met, hoe toepasselijk, nummer 1. Een getal waar we, zeker binnen de sport, een positieve associatie mee hebben.
Nummer 1
De eerste keer dat een magazine over sport, bewegen en vitaliteit verschijnt op Schouwen-Duiveland. Ván en vóór de inwoners, en door inwoners samengesteld. Na een leuk eerste gesprek op een zonnig terras op het Havenplein in Zierikzee werd ik afgelopen zomer gevraagd een bijdrage te leveren aan SD SPORT. Idee was dat ik aan de hand van een cijfer een kort artikel zou schrijven.
Ik kies voor het cijfer 1. Uiteraard vanwege de eerste editie, maar ook omdat 1 het getal is, en zeker binnen de sport, waar we vaak een positieve associatie mee hebben. Je wordt nummer 1 in jouw wedstrijd, we zijn 1e geworden in onze competitie, ik vertegenwoordig het 1e elftal. Ik liep ooit mijn eerste Kustmarathon. Zo zijn er nog veel meer associaties te benoemen met het cijfer 1.
En toch was dit niet de voornaamste reden van mijn keuze. Daar ligt wat anders aan ten grondslag. Er is een afname van de motorische ontwikkeling van kinderen. Ze spelen te weinig buiten. Er is een ‘smartphonegeneratie’ die later nog niet te definiëren klachten overhoudt aan het intensieve gebruik van dit ‘o zo handige apparaat’. We kennen haast geen vakspecialisten lichamelijke opvoeding meer in het basisonderwijs. Kinderen leren daarmee ook niet dat bewegen heel leuk is en een basis legt voor je vitaliteit op latere leeftijd.
Ik doe daarom bij deze een oproep om kinderen uit te dagen ten minste één uur per dag te laten bewegen en ook één keer per week gymonderwijs te laten volgen door een echte gymnastiekdocent.
Bewegen maakt slimmer. Bewegen is van essentieel belang voor de gezondheid. Betere cognitieve vaardigheden door bewegen. Dit zijn slechts enkele uitspraken en claims die je regelmatig hoort over bewegingsonderwijs. Daarnaast krijgt bewegen tegenwoordig ook een belangrijke rol toebedeeld bij het leren van taal en sociale omgang met leeftijdsgenootjes. Kortom: bewegen is ‘hot’ en staat wat mij betreft op nummer 1!
Patrick Vader
SportZeeland
Lijf & leed
“Opzij, opzij, opzij,... Het nummer van Herman van Veen lijkt een afspiegeling van de maatschappij, waarin alles steeds sneller moet.” Een column van fysiotherapeut Jaco Vleeshouwer.
We moeten rennen, springen, vliegen...
“Opzij, opzij, opzij, maak plaats, maak plaats, maak plaats, wij hebben ongelofelijke haast”. Deze eerste zin van het nummer van Herman van Veen uit 1979 (!) lijkt een afspiegeling van de hedendaagse maatschappij, waarin alles steeds sneller moet. Ook wanneer hij zingt “We moeten rennen” komt het gejaagde naar voren.
Alleen al het woordje “moeten” impliceert dat er al bijna geen vrije wil meer is als we willen gaan sporten. En als we met sporten beginnen, willen we natuurlijk direct resultaat. Dat buikje moet zo snel mogelijk weg, maar we vergeten dat we er meerdere jaren over hebben gedaan om dat ‘fantastische’ lichaam te vormen.
En daar gaat het vaak fout. We plukken een mooi hardloopschema van internet en bouwen dan z.s.m. aan een goede conditie. We merken dat we vooruitgaan en worden steeds enthousiaster. Voor zover we nog geen mooie sportoutfit, inclusief hardloopschoenen, hebben aangeschaft, nemen we die er ook bij.
Maar wat ik vaak zie, is de enorme teleurstelling als het niet snel genoeg gaat en omdat de schema’s over meerdere weken/maanden uitgesmeerd zijn, worden we ongeduldig. We gaan afwijken van ons schema, slaan een keer een training over en dan komen er problemen. Regelmatig ontstaan er blessures door het niet respecteren van de rustperiodes: rustdag tussen twee trainingen.
Het mooie van ons lichaam is dat het meestal precies aangeeft waar de grens ligt. Bijvoorbeeld het hart. Wanneer je boven een bepaalde hartslag komt – het omslagpunt genoemd – kan het hart niet meer voldoende zuurstof rondpompen en ga je verzuren. Je stofwisseling in je spieren wordt anders en er wordt melkzuur geproduceerd. En dat geeft spierpijn, met name één à twee dagen later. Nou is het onmogelijk om met terugwerkende kracht tegen jezelf te zeggen dat je te hard bent gegaan, maar er zijn wel mogelijkheden om goed in de gaten te houden of je te snel gaat.
Je kunt dit voorkomen door in het begin alleen onder je omslagpunt te gaan lopen en dit punt altijd te respecteren. Het risico op blessures wordt zo een stuk kleiner. Je gaat ook dan vooruit, omdat door training op den duur je hartslag omlaaggaat en daarmee je conditie verbetert. En als je hartslag omlaaggaat, kom je minder snel bij je omslagpunt en kun je weer sneller lopen om bij dat omslagpunt te komen.
Er zijn heel veel mogelijkheden beschreven hoe je dat omslagpunt kunt bepalen, maar een aantal daarvan zijn dubieus. Met name wanneer je uitgaat van een leeftijdsafhankelijke waarde voor het bepalen van je maximale hartslag, bijvoorbeeld 220 minus je leeftijd. Wanneer je deze vergelijkt met de gemeten waarden middels een fiets- of looptest blijkt een grote variatie. Dus is de beste methode om een omslagpunt te laten bepalen bij een gespecialiseerd testcentrum. Dus als je begint: niet te snel lopen, niet snel opbouwen en niet te snel achter elkaar trainen. Succes!
Jaco Vleeshouwer
Fysiotherapeut Fysant, Zierikzee