KRASSE
KNARREN

Ze hebben een respectabele leeftijd bereikt, maar zijn nog altijd volop in beweging. Sterker nog: juist actief zijn, houdt Jan (88 jaar), Robert Jan (83 jaar) en Digna (69 jaar) jong.

TEKST BARRY HAGE • BEELD SD SPORT

‘ER WORDT WEL VEEL GEKREUND...’

Jan de Waaij (88 jaar) uit Zierikzee heeft een e-bike, maar liever pakt hij nog de gewone fiets om naar Renesse of Bruinisse te fietsen. Elke donderdagavond gymt hij met vereniging D’Antilope in Nieuwerkerk. 

“Ik ben nooit sportief geweest. Tot mijn 27e zat ik in Dreischor op gym, maar presteerde niks. Tijdens een uitvoering hebben ze me een keer uit de ringen moeten halen. Als kerkraadslid deed ik veel huisbezoeken en had ik geen tijd om te sporten.”

“Op 51-jarige leeftijd heb ik een hartinfarct gekregen. Tijdens mijn revalidatie ben ik gaan beseffen dat ik meer moest gaan bewegen. In die periode werd op Schouwen-Duiveland net een vereniging voor hartpatiënten opgericht: Hard voor Hart. Onze sportleider Dick de Boer had na ons een groep jongere vrouwen, die niet bij een vereniging zaten. Omdat beide groepen te klein werden, zijn we samengegaan en snel daarna zijn we bij D’Antilope aangesloten.”


MEELEVEN

“Ik fiets veel, vooral alleen. Ik heb een elektrische fiets en kan autorijden, maar ik neem eigenlijk altijd de gewone fiets. Behalve als het heel hard waait of als ik samen met mijn vrouw ga. Dan pakken we de e-bike. Mijn vrouw Dicky is 83 jaar is altijd sportiever geweest dan ik. En gezonder. Ik heb van alles gehad: omleidingen, longkanker,… Afgelopen najaar nog aan mijn rechterlong. Dan ben ik er natuurlijk even uit hier bij de gymclub. Kreeg ik een kaart en bloemen van de club. Het meeleven met elkaar is fantastisch.”

“De gymclub geeft nog meer zin aan het leven. Er is een enorme kameraadschappelijke omgang. De meesten zetten alles aan de kant om hier donderdags te kunnen zijn. Een groot deel komt uit Zierikzee en rijdt samen hiernaartoe. Nu heb ik even wat aan mijn ogen en mag ik zelf niet rijden. Zeker niet in het donker. Mogen ze wel mijn auto gebruiken en rijd ik mee.”

“We doen veel grondoefeningen voor armen, benen en heup. Het bevordert je fitheid. Er wordt wel veel gekreund… op onze leeftijd begint het allemaal wat te kraken. Afsluitend doen we een volleybalpartij. Dat doet iedereen heel graag, ook al gaat het nog zo slecht.”

Het interview moet stoppen. Leider Dick de Boer roept: “Jongelui, we gaan beginnen!

‘HET TENNIS NU? IK STA OP DE BAAN’

Ondanks zijn moeizame lopen, staat de 83-jarige Robert Jan Pothaar nog elke woensdag met de groep 55+ op de tennisbaan bij LTC Zierikzee. Jarenlang was hij er voorzitter was. “Ik heb dit complex nog helpen bouwen en als architect de tekeningen gemaakt.” 

“Ik kom uit Heerenveen en heb nog een bal getrapt met Abe Lenstra! Hij speelde bij SC Heerenveen en werkte op het gemeentehuis. In de pauze passeerde hij het pleintje waarop wij voetbalden en trapte dan snel een paar ballen met ons. Henny Jonkman was aanvoerder van Heerenveen én leraar bij ons op school. Praatte je op maandag het eerste uur alleen over voetbal.”

“Tot mijn 75e jaar heb ik gewerkt als architect. Ik ben werkzaam geweest in Duitsland en Zwitserland. Toen mijn vrouw zwanger werd, zijn we naar Nederland teruggegaan. In 1971 begon ik in Zierikzee een eigen bureau. Tijdens de oliecrisis was er weinig werk en heb ik ook nog anderhalf jaar tennisles gegeven.”


‘ONEERLIJK’

“Ik zeg altijd: ik word 84 jaar, maar ik speel al meer dan 84 jaar tennis... Was mijn moeder Fries tenniskampioen geworden bij het enkelspel en zei ze na afloop: ‘Eigenlijk was het niet eerlijk, want ik heb met z’n tweeën gespeeld.’ Ze was in verwachting van mij.”

“Vroeger ging ik met mijn moeder mee naar de tennis en was er altijd wel iemand die wat aanwijzingen gaf. Ik tenniste ook in Oranjewoud, een half uur fietsen vanuit Heerenveen. Mijn eerste trainer heette Koning. Mooie kerel. Als hijzelf een mooie bal sloeg, zei hij: Goed zo, Koning. Mooi zo, Koning. Dat was rond 1948.”

“Ik heb altijd competitie gespeeld. In een mixed team en later in een herenteam. Moesten we een keer op zondagmorgen 6.00 uur vertrekken naar Limburg. Kwam een speler dronken aanzetten en gaf mij zijn autosleutels. Sliep hij achterin, nam bij aankomst een biertje en speelde makkelijk twee driesetters. Deed hem allemaal niks! Veel trainen deed ik niet, want daar had ik vanwege werk geen tijd voor. De laatste keer dat ik competitie heb gespeeld, is zo’n acht jaar geleden. Was een 50+ herendubbelcompetitie. Daarvan zijn we nog kampioen geworden.” 

“Het tennis nu? Ik sta op de baan. Ik kan anderhalve meter naar links en naar rechts. Ze hebben dus 3 meter om met mij te tennissen. Het is wel heel gezellig hoor. Ze zijn niet, zoals je tegenwoordig veel ziet, met hun mobieltje bezig.”

“Mijn vrouw wil niet met me tennissen, omdat ik altijd wat zei als ik een fout zag. Vroeger zei ik tegen haar: Jij gaat in de tramrails staan, dan doe ik het andere. Nee, dat was niet aardig. Maar we zijn pas 50 jaar gelukkig getrouwd hoor.”

OPPASOMA LOOPT MARATHON

Haar omgeving probeert haar af en toe te bewegen maar eens te stoppen met het fanatieke hardlopen, maar de 69-jarige Digna de Boer wil daar nog niet aan. “Op mijn zeventigste wil ik nog een marathon lopen.” We spreken haar direct na de Pannenkoekenmolenloop van AV Delta Sport. Ze werd eerste bij de categorie voor 65-jarigen en ouder.

“Ik ben ontzettend tevreden over hoe het ging, want ik heb eruit gehaald wat erin zat. Ik had deze week een keelontsteking en kon vanochtend niet eens praten. Nu gaat het prima en kan ik weer geluid produceren. Wie weet heeft het lopen geholpen...”

“Het is voor het eerst dat er een categorie 65+ was. Daar heb ik mij hard voor gemaakt. Voor de mannen was die er wel al en dat vond ik scheef. Het is toch geen prikkel voor vrouwen als ze moeten strijden tegen mensen die vijftien of twintig jaar jonger zijn?”

“Ik train drie keer per week. Op donderdag in de Domeinen met een groep uit Walcheren. In het weekend loop ik op zaterdag met de Bosbokken of op zondag met de Zandlopers, beide van Delta Sport. Verder loop ik ook een keer alleen en soms zelfs twee keer als ik in het weekend niet ben geweest. Eens in de week fiets ik van Haamstede naar Zierikzee langs de Oosterschelde. Een prachtige route. Daarnaast zwem ik af en toe of doe ik oefeningen thuis. Als ik oppas op mijn kleinkind in Utrecht loop ik drie dagen niet en moet ik daarna weer een beetje inhalen.”


ZUINIG

“Ik ben zuinig op mijzelf en zal nooit twee dagen achter elkaar lopen. Als je geblesseerd raakt op mijn leeftijd duurt het een hele tijd voordat je weer terugbent. Voor marathons gebruik ik altijd een minimaal schema. Dan hoef ik maar drie keer in de week hard te lopen en nog twee dagen een andere sport te doen. Anderen maken veel meer kilometers. Het gaat erom zonder blessures aan de start te verschijnen.”

“Ik ben op mijn 54e begonnen met lopen. Toen ik tenniste in Amerika, ging iedereen direct na het sporten naar huis. Bij het hardlopen klets je gezellig met elkaar. De eerste wedstrijden die ik liep, dacht ik nog niet aan winnen. Dat kwam pas toen ik ontdekte dat ik snel was.”

Deel dit artikel: